De POH heeft een centrale rol in de ketenzorg en moet van alle markten thuis zijn. Maar als POH kan je niet alles alleen… Daarom is het zo mooi dat je bij de begeleiding van de Astma/COPD patiënt ook de hulp van een diëtist, fysiotherapeut (binnen de keten) en logopedist (buiten de keten) kan inroepen. Hiermee kan de kwaliteit van leven van patiënten verbeteren en heeft de patiënt een lager risico op een longaanval (en eventueel een ziekenhuisopname).
Wij zien echter dat patiënten in de Astma/COPD keten maar mondjesmaat verwezen worden en dat is jammer. De komende drie maanden besteden wij hieraan bijzondere aandacht. Deze maand vertellen we over voeding en het werk van de diëtist. In maart lees je hoe de logopedist de patiënt verder kan helpen en in april staat de fysiotherapeut centraal. Als je weet wat paramedische zorgverleners kunnen betekenen kunnen we samen de zorg voor onze patiënten verbeteren. Hopelijk gaat de patiënt zich beter voelen, daar gaat het uiteindelijk om!
Een gezond voedingspatroon en een gunstig lichaamsgewicht zijn erg belangrijk, zeker voor patiënten met astma en/of COPD. Bij astma lijkt er een verband te zijn tussen obesitas en verminderde astma-controle. Bij COPD kunnen een verminderde voedingstoestand, overgewicht en obesitas voorkomen. In dit artikel gaan we dieper in op voeding en COPD.
Voeding en COPD
De klachten die bij COPD horen, zoals hoesten, slijm opgeven en kortademigheid, kunnen de eetlust verminderen en bij moeheid kan de voedselkeuze anders zijn. Een goede voedselkeuze en een goede lichamelijke conditie kunnen de klachten van COPD verminderen. De diëtist kan de patiënt helpen zijn voedingstoestand en lichaamsgewicht te verbeteren en adviseren bij klachten rondom de voeding.
COPD en lichaamsgewicht
Bij COPD kan sprake zijn van ondergewicht of onbedoeld afvallen. Maar ook kan er sprake zijn van overgewicht of onbedoeld aankomen.
Gewichtstoename door COPD
Door de klachten van de COPD kan het zijn dat er minder energie verbruikt wordt; kortademigheid en vermoeidheid kunnen ervoor zorgen dat de patient minder gaat bewegen dan voorheen. De energiebehoefte gaat omlaag en bij hetzelfde eetpatroon zal het lichaamsgewichts toenemen.
Medicijnen zoals Prednison kunnen ervoor zorgen dat de vetverdeling van het lichaam verandert. Bovendien kunnen medicijnen zorgen voor een toename van de eetlust en het vasthouden van vocht.
Bij gewichtstoename is het belangrijk dat de voeding aanpast wordt aan de activiteit. Ook is het van belang dat men ondanks vermoeidheid of kortademigheid in beweging blijft. Dit houdt de conditie en spiermassa op peil en voorkomt het onbedoeld aankomen.
Gewichtsverlies door COPD
Ongewenst gewichtsverlies komt regelmatig voor bij chronische longpatiënten. Zelfs bij een normaal eetpatroon. Doordat het meer moeite kost om voldoende lucht binnen te krijgen, is het energieverbruik bij veel longpatiënten verhoogd. Bij infecties en koorts is de energiebehoefte nog eens extra verhoogd. De eetlust is dan juist meestal minder. Vaak wordt door vermoeidheid of door klachten minder gegeten; boodschappen doen, eten bereiden eten en opruimen kan te veel energie kosten waardoor ook extra gewichtsverlies op kan treden. Het gewichtsverlies zorgt voor afname van de hoeveelheid spieren. Het gaat hierbij niet alleen om arm- en beenspieren, maar ook om ademhalingsspieren. Juist die ademhalingsspieren zijn voor patiënten met longziekten belangrijk. Ook kan gewichtsverlies ongunstige effecten hebben op het afweersysteem met opvlammingen van de COPD tot gevolg. Eiwitten zijn belangrijk voor het behoud en de aanmaak van spieren. De diëtist kan de persoonlijke behoefte berekenen en adviezen geven over eiwitrijke voeding met voldoende energie.
Wanneer naar de diëtist?
Je kunt de patiënt met COPD verwijzen naar de diëtist bij :
Meer over verwijzen naar de diëtist.
De praktijk
Na een uitgebreide intake wordt eerst met een individueel dieetadvies gekeken of het haalbaar is om de evtentuele klachten, de voedingstoestand, de lichaamssamenstelling en het gewicht te optimaliseren met gewone producten. Er wordt een advies opgesteld met aandacht voor voldoende eiwitten, calcium en vitamine D volgens de richtlijn. Is het behalen van bijvoorbeeld voldoende eiwitten niet mogelijk met de gewone voeding dan kan de diëtist bepalen of aanvullende dieetpreparaten nodig zijn. Begeleiding door de diëtist wordt bij voorkeur gecombineerd met de fysiotherapeut omdat dieetbegeleiding alleen onvoldoende resultaten geeft ter verbetering van de spiermassa.
De patiënt
Wat als een patiënt niet naar de diëtist wil? Stel als praktijkondersteuner een eerste kennismaking met de diëtist voor. De drempel is dan wellicht veel minder hoog en de diëtist kan in een kort gesprek achterhalen wat de pijnpunten/aandachtspunten op het gebied van voeding en leefstijl zijn. Samen kunnen zij bespreken hoe de diëtist zou kunnen helpen, ook op de lange termijn. De kans is groter dat de patiënt toch bereid is vaker te komen en te werken aan zijn gezondheid of kan in een later stadium van zijn ziekte makkelijker de stap zetten naar de diëtist omdat de eerste kennismaking al is geweest.
De diëtist
En de diëtist? Die is net als de patiënt tevreden wanneer na een aantal consulten al duidelijk resultaat merkbaar is zoals; meer energie, minder vermoeid, minder klachten, een beter gewicht en met name een toename van spiermassa (VVM). Blijvende controles of in elk geval 1 x per jaar of vaker bij klachten of vragen/problemen rondom de voeding zijn van belang voor de winst op de lange termijn.